Becquerel-dynastie zorgt voor kennis over de radioactiviteit

12 april 2014

Van de Zweedse Koninklijke Academie van Wetenschappen ontving onderzoeker Henri Becquerel op 12 november 1903 de Nobelprijs voor natuurkunde ‘als blijk van erkenning voor zijn speciale verdiensten door zijn ontdekking van natuurlijke radioactiviteit’. Gelijktijdig ontvingen ook Pierre Curie en Marie Sklodovska-Curie voor hun onderzoek naar stralingsverschijnselen die eerder ontdekt zijn door professor Henri Becquerel, de Nobelprijs voor natuurkunde.

Becquerel-dynastie zorgt voor kennis over de radioactiviteit

De Becquerel-dynastie - Pioniers in de radioactiviteit

Zijn familierelaties en familiebanden zijn de basis voor dit geweldige succes op een tijdstip dat er veel stond te gebeuren in de eeuwen daarna. Zowel zijn voorouders als zijn ouders zelf droegen veel bij aan de ontwikkeling van Henri (1852-1908) als onderzoeker en beroemde wetenschapper. Zijn interessante levensverhaal, werk en activiteiten zijn boeiend en uitgebreid in het uitstekend verzorgde boek onder de titel “De Becquerel-dynastie” verteld en toegelicht door auteur Loïc Barbo.

Henri Becquerel accepteerde de prijs met enige terughoudendheid, omdat hij vond dat zijn vader en grootvader de prijs meer verdienden. Ook zij waren spraakmakend in hun vakgebied. De drie werkten samen in hetzelfde laboratorium en publiceerden gemeenschappelijke artikelen over het verschijnsel fluorescentie. Het begon met Antoine-César Becquerel (1788-1878), in het dorp Châtillon-sur-Loing in de Loiret geboren, met zijn geweldige ambities in het Franse leger, zijn wetenschappelijke opleiding en zijn huislaboratorium voor het houden van fysische experimenten. Hij wordt pionier op het gebied van de thermo-elektriciteit. De uitvinding van de batterij door Alessandro Volta gaf ook aan de experimenten van Antoine-César een bijzondere dimensie. Hij ontwikkelt zelfs een eigen batterij en zijn elektrochemie is inmiddels erkend. Hij verovert een positie in de Academie van Wetenschappen. Zijn zoon Alexandre-Edmond (1820-1891) is inmiddels geboren en stapt in de sporen van zijn vader. Antoine is iemand die geen heimwee heeft naar het verleden en was een optimist met visie voor de toekomst. Zijn zoon Edmond ontwikkelt zich tevens als een wetenschapper, ging werken in het museum van zijn vader en publiceerde al op zeer jonge leeftijd bij de Academie van Wetenschappen. Edmond is strijdlustig en heeft een geschil met Michael Faraday. De auteur geeft een prachtig verslag daarover en beschrijft de geweldige ondersteuning die Edmond van zijn vader ontvangt. Op het gebied van het licht en in het bijzonder de luminescentie, hebben de Becquerels veel onderzocht en gepubliceerd. Die publicaties hebben veel andere wetenschappers kunnen inspireren

voor meer gerichte onderzoeken naar deze bijzondere eigenschap van vaste stoffen, vloeistoffen of gassen. Edmond bedenkt en construeert een instrument waarmee verschillende fosforescerende stoffen methodisch kunnen worden bestudeerd: de fosforoscoop. Met behulp van dit instrument stelt Edmond een lijst op van stoffen die fosforesceren onder invloed van zonlicht. Op 15 december 1852 wordt Henri Becquerel in Parijs geboren als zoon van Edmond. Deze kleinzoon zal het ver brengen in de wetenschap en treedt al snel in de voetsporen van zijn vader en grootvader. Het aantekenschrift dat Henri tijdens de lessen natuurkunde en scheikunde gedurende het schooljaar 1871-1872 bijhield, is bewaard gebleven en geeft nauwkeurige informatie over het onderwijs in de natuurwetenschappen van die tijd. In 1885 begon Henri Becquerel aan het onderzoek naar fosforescentie van uraniumverbindingen.

Aan het eind van de 19e eeuw staat het werk van wetenschappers volledig in het teken van de ontdekking van nieuwe vormen van straling. De röntgenstraling veroorzaakt een sensatie, zonder dat de werkelijke aard ervan wordt begrepen. In die uiterst actieve periode ontdekt Henri een nieuw type straling, die hij onder het begrip natuurlijke radioactiviteit aangeeft. Hij is inmiddels niet meer de enige die de uraanstraling bestudeert. Sinds 1898 heeft hij gezelschap gekregen van onderzoekers als Pierre en Marie Curie en Rutherford. Het boek heeft op duidelijke wijze al deze onderzoeken leerzaam in beeld gebracht. De Nobelprijs, aan het eind van de 19e eeuw ingesteld en voor de eerste maal uitgereikt in 1901, begon een zekere faam te krijgen. Röntgen was de eerste die deze prestigieuze onderscheiding in 1901 kreeg voor zijn ontdekking van röntgenstraling. Een zeer leerzaam en onderhoudend boek.

ISBN 978-90-8571-189-6, “De Becquerel-dynastie - Pioniers in de radioactiviteit”, Loïc Barbo, Veen Magazines, 2008, 157 pagina’s.


Gerelateerde artikelen