Knopen in ons dagelijks leven en in de wiskunde

Knopen in een touw of in de kabel komen regelmatig voor bij onze activiteiten in het dagelijks leven, bij onze hobby of in onze vrije tijd. De knopen kunnen een functie hebben, zijn soms hinderlijk als zij spontaan ontstaan, kunnen ingewikkeld zijn en hebben zelfs speciale namen. Voor wiskundigen is er een zogenoemde knopentheorie ontwikkeld. Het zebra-boekje 46 gaat over deze knopentheorie, die volgens de historie ontstaan is door de opzet van een knopentabel door Lord Kelvin bij het systematisch rangschikken van atomen.

Knopen in de wiskunde

De auteurs van dit leerzame schoolboekje geven een aanzet tot verdere bestudering van de knopentheorie. De eerste wiskundige benadering van de opzet van een knopentheorie gaf Carl Friedrich Gauss. Pas in de 20e eeuw volgden er grote stappen waardoor een erkende knopentheorie kon ontstaan. Docenten en leerlingen van het vwo (de doelgroep van de Zebra-boekjes) vinden een ruime schat aan theoretische beschouwingen en praktijkvoorbeelden, die door definities en afspraken telkens een onderlinge relatie laten zien.

De jonge knopentheorie is in stappen ontstaan en is een creatief onderdeel in de wiskunde. In het boekje vinden leerlingen eenvoudige en moeilijke opgaven en maken zij kennis met de schoonheid van bekende knopen en de magie van ingewikkelde knopen. In het laatste hoofdstuk brengen de auteurs een beeld van knopen in de kunst. Meerdere kunstenaars lieten zich inspireren.

ISBN 978-90-5041-154-7, “Knopen in de wiskunde”, Meike Akveld en Ab van der Roest, Epsilon Uitgaven, 2015, 64 pagina’s.