Wetenschappelijke aandacht voor optische verwisselingen

14 mei 2015

De huidige wereldwijde extra belangstelling voor het verschijnsel van de optische en visuele illusies en het bestuderen ervan in verschillende vakgebieden en praktijktoepassingen hebben hun ontstaan te danken aan een aantal jonge wetenschappers. We moeten dan wel terug in de tijd en wel naar een periode rondom de jaarwisseling van de 19e en 20e eeuw. In die periode zijn in toonaangevende wetenschappelijke publicaties vele artikelen verschenen, die gedetailleerd ingaan op het merkwaardige verschijnsel van de optische illusie.

Wetenschappelijke aandacht voor optische verwisselingen

Über optische Täuschung

Door medicus en professor in de oogheelkunde Carl Wilhelm von Zehender (1819-1916) zijn artikelen geschreven over de optische verwisseling, die regelmatig optreedt bij het zien, waarnemen en verwerken van beelden, voorwerpen en figuren. In 1902 verschenen meerdere artikelen in het tijdschrift voor psychologie en fysiologie van de zintuigen. Hij beschreef de resultaten van zijn experimenten met optische verwisselingen en besteedde extra aandacht aan de fascinerende visuele fenomenen in de astronomie. Om zijn interessante verhandelingen ook voor een groot publiek beschikbaar te krijgen zijn de artikelen gebundeld, waar nodig bewerkt en afgedrukt in het studie- en referentieboek onder de titel “Über optische Täuschung”.

De teksten staan in de ouderwetse stijl van toen en de zwart/witte illustraties hebben hun oorspronkelijke uitvoering gehouden. Voor zowel liefhebbers van optische illusies, als voor professionele beoefenaars van psychologie, fysiologie, perceptie en andere vakgebieden met een relatie tot ons zien en waarnemen, een uiterst waardevol document om kennis te maken met de oorsprong van onze huidige kennis over het ontstaan van optisch bedrog en illusies. De auteur verklaart aan de hand van de resultaten uit eerdere fysiologische onderzoeken door A.W. Volkmann (1864), het merkwaardige feit dat wij niet nauwkeurig genoeg omgaan met de echte horizon en echte verticale lijnen.

Wetenschappelijke aandacht voor optische verwisselingen - 2
Voorbeeld van een geometrisch-optische illusie, als een studievariant van de Poggendorff-illusie.

Een kleine hoekverdraaiing in sommige lijntjes laat direct al een optisch bedrog ontstaan. Het snelst komt dit verschijnsel tot uitdrukking bij de geometrisch-optische verschijnselen. Een kleine hoekverdraaiing van één van de schuine lijntjes in de Poggendorff-illusie heeft grote invloed op het optisch effect (figuur 5). In het linker figuurtje is het al snel duidelijk dat de schuine lijntjes niet in elkaars verlengden liggen. In het middelste figuurtje lijken de schuine lijntjes iets van elkaar verschoven te liggen.

Maar let op, hier is sprake van een bedrog van onze waarneming. Het rechter figuurtje laat de schuine lijntjes bij onze eerste observatie in elkaars verlengde waarnemen. Het bovenste schuine lijntje in dit figuurtje heeft echter een geringe hoekcorrectie gekregen. Leuk om kennis op te doen door dit experiment en vele andere klassieke optische paradoxen te ervaren. Het tweede gedeelte van dit waardevolle studieboekje bespreekt de optische illusie, die ervaren wordt bij het kijken naar de zon, maan en sterren aan de horizon en de relatie met de kromming van de hemel. De maanillusie is daar een voorbeeld van.

ISBN 978-3-9587-0181-6, “Über optische Täuschung”, W. von Zehender, Nexx Verlag, 2015, 121 pagina’s.


Gerelateerde artikelen