Filatelistische aandacht voor: Alexander Fleming (93)

De wonderlijke wereld achter medicijnen kent zo zijn openbaarheden, eerlijkheden, maar kent ook de nodige geheimen voor gebruikers van voorgeschreven of vrijverkrijgbare medicijnen. Nederland geeft per jaar meer dan 4 miljard euro uit aan ruim 13.000 verschillende geneesmiddelen. Die geneesmiddelen hebben ons leven enorm verbeterd en verlengd. Dat komt mede doordat hun samenstelling, veiligheid en werkzaamheid aan strenge regels zijn gebonden. Want medicijnen zijn geen snoepjes en lang niet bij elke patiënt wegen de voordelen van een geneesmiddel op tegen de nadelen. Sommige mensen zijn minder of ongevoelig voor een medicijn, terwijl ze wel last hebben van de bijwerkingen.

Pioniers in de geneeskunde

Nieuwe onderzoeksmethoden en testen proberen daar iets aan te doen. Overal waar veel geld omgaat en waar het geregeld gaat om kwesties van leven en dood, lopen de emoties hoog op. Zo ook rond medicijnen. Veel patiënten zijn blij met een middel tegen hun kwalen, anderen zijn teleurgesteld dat het er voor hun aandoening nog niet is. Dat kan waarschijnlijk komen doordat farmaceuten het betreffende ziekteproces niet goed begrijpen, er geen veilige en werkzame stof te maken valt of omdat zo’n medicijn onvoldoende financiële winsten oplevert.

Daarmee is de farmaceutische industrie in een lastige positie gekomen: het aantal nieuw ontwikkelde middelen neemt af, de prijzen van wel ontwikkelde medicijnen stijgen en het vertrouwen van het publiek daalt. Het cahier “Het geneesmiddel” laat zien waarom medicijnen soms echt nep zijn, waarom de ontwikkeling van nieuwe middelen stagneert, waarom farmaceutische bedrijven zowel weldoeners als zakkenvullers zijn en hoe men de balans zoekt tussen veiligheid en werkzaamheid van een medicijn.

ISBN 978-90-73196-72-8, “Het geneesmiddel”, Jaap van Dissel, Bert Leufkens, e.a., Bio-Wetenschappen en Maatschappij - BWM, 2013, 88 pagina’s.