Filatelistische aandacht voor: Dmitri Ivanovitsj Mendelejev (29)

De veelzijdige Russische astronoom, wiskundige, scheikundige, geoloog, mozaïekkunstenaar, auteur, dichter en taalkundige Michail Vasilevitsj Lomonosov (1711-1765) was al op jonge leeftijd leergierig, deed veel zelfstudie maar werd daarin onvoldoende ondersteund door zijn vader. Uiteindelijk ging hij studeren aan de Academie voor klassieke talen in Moskou en mocht door zijn excellente kwaliteiten de studie voortzetten aan de Academie der Wetenschappen in Sint-Petersburg en van 1736 tot in 1741 aan de Philipps Universiteit Marburg in de vakken filosofie en scheikunde en studeerde een tijdje in de stad Freiburg.

Pioniers in de scheikunde

Na zijn terugkomst in Marburg in 1740 trouwde hij. In 1741 keerde hij terug in Rusland en startte zijn wetenschappelijke loopbaan en werd in 1745 de eerste professor in scheikunde in Sint-Petersburg. In Rusland wordt hij wel de vader van de moderne wetenschap genoemd. Hij ontwierp een eigen spiegeltelescoop, beschreef licht als een golfbeweging en gaf wetenschappelijke impulsen aan meerdere onderzoeksgebieden. In 2020 was er extra aandacht voor zijn 255e overlijdensdag.

In 1903 ontving de Zweedse natuur- en scheikundige Svante August Arrhenius (1859-1927) de Nobelprijs voor de Scheikunde. Hij ontving zijn onderscheiding voor de resultaten van zijn onderzoek aan de elektrolytische dissociatietheorie. Zijn vader was een landmeter voor de universiteit in Uppsala. Op achtjarige leeftijd blonk hij al uit in de beginselen van de natuur- en wiskunde en sloot zijn basisopleiding in 1876 af als de meest bekwame leerling. In 1884 promoveerde Arrhenius tot doctor in de wetenschappen aan de universiteit van Uppsala met het onderwerp elektrische geleidbaarheid van oplossingen. Als lid van het Nobelcomité van de Natuurkunde (en Scheikunde) speelde hij een twijfelachtige rol bij het voorstellen en toekennen van prijzen. Hij deed de voorspelling van de aardopwarming. (Wordt vervolgd).