Andy Warhol ontwikkelde zich als icoon in de pop-art

Andy Warhol (1928-1987), die van een arme immigrantenzoon uitgroeide tot een getalenteerde illustrator en excentrieke miljonair, werd van kinds af aan gedreven door drie verlangens: hij wilde mooi, rijk en beroemd zijn. Voor Andy Warhol, die aanvankelijk een succesvol commercieel kunstenaar was, waren kunst en commercie geen contradictio in terminis.

Factory Man

Hij wist exact wat mensen beweegt en provoceert. Met de beroemde Campbell-soepblikken (1962) creëerde hij een nieuwe dimensie in de kunst. Schijnbaar banale dingen en voorwerpen werden vanaf dat moment in grote hoeveelheden geproduceerd. Ook de wereldberoemde kleurrijke zeefdrukken van Marilyn Monroe en Elvis Presley zijn inmiddels in ons collectieve geheugen terechtgekomen, net als zijn talloze zelfportretten.

Warhol werd het enfant terrible van de avant-garde en zijn New Yorkse “fabriek” produceerde ook meer dan 100 films en “screentests”, die tot op de dag van vandaag baanbrekend zijn voor de “youtube”-generatie. Voor veel grafisch ontwerpers, reclamemakers, kunstenaars en liefhebbers van snelle en makkelijke kunst fungeerde Andy Warhol en zijn manier van kunst maken als inspirerend voorbeeld hoe zijn kunst mensen blij kan maken. Zijn werk is inmiddels niet meer weg te denken uit musea, kunstbeurzen, reclameuitingen en galerieën. Andere beroemde kunstenaars, zoals Dalí wilden graag in zijn nabijheid vertoeven en met hem samen gezien worden.