Compendium met wereld van optische & visuele illusies (4)

16 december 2017

De belangrijkste theorieën over illusies zijn ontstaan in de 19e eeuw. De 20e eeuw bracht enkele wijzigingen en aanpassingen aan in benaderingen en verklaringen en ontstond een bijzondere belangstelling voor het verschijnsel van gezichtsbedrog. In haar verhandelingen spreekt de auteur over fysiologische en functionele theorieën. Met bijdragen als “Visual Illusions in Action”, “Motion Illusions in Man and Machine”, “The Visual World as Illusion” en “Why the Concept of ‘Visual Illusions’ Is Misleading” krijgt de lezer op diverse manieren vanuit meerdere zienswijzen, ervaringen en interpretaties, informatie en kennis over de inhoud van het vakgebied van de perceptie en het spel tussen schijn en werkelijkheid van visuele waarneming.

Compendium met wereld van optische & visuele illusies (4)

The Oxford Compendium of Visual Illusions

In de eerste sectie is er aandacht voor het bestaan en het ontstaan van het verschijnsel van bewegingen en trillingen in vlakke figuren. Ogenschijnlijk stilstaande patronen gaan spontaan heftig bewegen bij het intensiever kijken of staren naar die patronen. Bekend is het bewegingsverschijnsel in de zogenoemde Ouchi illusie. In het artikel “The Visual World as Illusion” geeft de auteur Stephen Grossberg zijn visie over de visuele illusies binnen het concept van waarneming, herkenning en bewustzijn.

Hij bespreekt delen uit het werk van Helmholtz en Kanizsa. Binnen dit artikel geeft de auteur antwoorden op interessante vragen als: “Waarom zijn er zoveel verschillende visuele illusies?”, “Hoe is de verschijningsvorm van een illusie anders dan het beeld van de werkelijkheid?” en “Waarom bezorgen illusionistische waarnemingen ons niet veel last om onze visuele waarneming met succes weer aan te passen aan de echte wereld?”

Compendium met wereld van optische & visuele illusies (4) - 2 Compendium met wereld van optische & visuele illusies (4) - 3 Compendium met wereld van optische & visuele illusies (4) - 4
Voorbeelden van figuren uit het wetenschappelijk onderzoek van Gaetano Kanizsa (1913-1993).

Tijdens recent uitgevoerde experimenten is extra geconstateerd dat de blinde vlek het te beoordelen beeld op een bepaalde wijze voor waarneming kan afschermen. De auteur laat daarom de lezer kennismaken met de fysiologie van het oog en de relaties tussen de gele vlek, blinde vlek, retinale aderen en optische zenuwen. In zijn verdere beschouwingen passeren enkele klassieke illusies zoals de Ehrenstein illusie, het Kanizsa vierkant, de waterverf illusie, de Dalmatier in de sneeuw, kubus van Necker en resultaten uit onderzoek.

In de drie laatste inleidende artikelen van sectie 1 vindt de lezer een ware schat aan illustraties bij behandelde onderwerpen. Auteur Jan Koenderink benadert illusies als een vorm van gezichtsbedrog, zoals de goochelaar zijn publiek bedriegt. Illusies als misleidingen zijn anders dan optische illusies, omdat de misleiding verdwijnt na het bekend zijn van de goocheltruc. (Wordt vervolgd).

ISBN 978-0-19-979460-7, “The Oxford Compendium of Visual Illusions”, Arthur G. Shapiro en Dejan Todorović, Oxford University Press, 2017, 807 pagina’s.