Filatelistische aandacht voor: Johannes Kepler (2)

Als Tycho Brahe een maand later sterft, krijgt Kepler na lange onderhandelingen met de erven van Brahe de toestemming om zijn onderzoeksresultaten te gebruiken voor zijn verdere onderzoek en het realiseren van de opdracht van de keizer. Daarbij neemt hij de taak van Tycho Brahe (1546 -1601) over en wordt benoemd tot wiskundige in dienst van keizer Rudolph II van Habsburg.

Ook bij zijn keizerlijke opvolgers Matthias en Ferdinand II blijft Kepler in deze functie en blijft hij dat tot in 1627. In 1603 publiceert Kepler zijn verhandeling “Astronomiae Pars Optica”. In 1609 volgt “Astronomia Nova”, aangevuld met de eerste en tweede Wet van Kepler. De uitvinding van de telescoop in 1608 bracht nieuwe waarnemingen in beeld en meerdere veronderstellingen moesten herzien of aangepast worden.

In het jaar 1610 ontving Kepler informatie over de resultaten van astronomische waarnemingen en ontdekkingen door Galilei. Hij bevestigde openlijk de juistheid van het wereldbeeld van Copernicus en stuitte al snel op veel kritiek vanuit de kerk. Zonder in te boeten op zijn houding tegenover de omstreden persoonlijkheid van Galileo Galilei, nam Kepler hem toch in bescherming voor zijn wetenschappelijke publicatie over de positie van onze aarde in het zonnestelsel.

In 2009 was er in het kader van de aandacht voor de astronomie binnen het wereldwijd gevierde evenement “400 jaar sterrenkunde”, uitgeroepen door UN, een verhoogde filatelistische aandacht voor de vak- en interessegebieden van sterrenkunde, ruimtevaart, astronomie en telescopen merkbaar en zichtbaar voor postzegelverzamelaars. (Wordt vervolgd).