Grondbeginselen voor een kleurenstudie

1 augustus 2017

De inhoud van het studieboek en referentiebron “The Science of Color” richt zich voornamelijk op het op basis van een wetenschappelijke benadering verklaren van de basisprincipes van de moderne kleurenleer. Ook komen de modernste toepassingen van digitale kleuren uitgebreid voor het voetlicht. Onder de zeer deskundige redactie van Steven K. Shevell droegen meerdere vooraanstaande wetenschappers bij aan de inhoud van deze tweede en uitgebreidere druk.

Grondbeginselen voor een kleurenstudie

The Science of Color

Het studieboek is in eerste instantie bedoeld voor het gebruik door fysici, wetenschappers en universitaire medewerkers en studenten, die hun kennis en kunde over kleur en kleuren willen ophalen of verdiepen. Ook technici, architecten en kleurenadviseurs kunnen op een bijzondere wijze kennismaken met een wetenschappelijke benadering van de theorie en praktijk van de kleurenleer en de snelle elektronische en digitale ontwikkelingen in het gebruik en het meten van kleuren. Het geheel kwam tot stand door samenwerking met de Amerikaanse optica vereniging Optical Society of America - OSA.

De gouden periode (1850-1931)
Het eerste hoofdstuk beschrijft het ontstaan van de moderne kleurenleer in het midden van de 17e eeuw. Wetenschapper Sir Isaac Newton wordt gezien als de belangrijkste brenger van de moderne kleurenleer door zijn beroemde experimenten met twee prisma’s en zijn beschrijvingen in wetenschappelijke publicaties. Zijn “Opticks”,voor het eerst gepubliceerd in 1704, geeft een beschrijving over de vele experimenten en introduceerde zijn beroemde kleurencirkel.

Het bestaan van de drie basiskleuren vormde de grondslag voor verder fundamenteel onderzoek. Het boek beschrijft tevens de vele afzonderlijke bijdragen aan de kleurenleer door onder andere J. H. Lambert, George Palmer, Thomas Young, James Hutton en William Herschel. Dankzij de experimenten en verhandeling door John Dalton werd al snel bekend dat meerdere personen een afwijking in het zien van kleuren hebben. In het midden van de 19e eeuw ontstaan onder aansturing van de publicaties van Hermann von Helmholtz een schat aan wetenschappelijke publicaties over de resultaten van uitvindingen, experimenten en voordrachten.

Ook de ontwikkelingen in de oogheelkunde droegen daaraan bij. Het boek gaat verder in op de anatomie van het oog en geeft een wetenschappelijk beeld over de werking van de pupil, het netvlies en de bijzondere werking en eigenschappen van de aanwezige staafjes en kegeltjes. Andere bijdragen gaan over het onderscheiden van kleur, het ordenen van kleuren, de fysiologie van het zien van kleuren en bespreekt de auteur vele situaties waarin kleur van nature aanwezig is.

Het studieboek sluit af met het hoofdstuk over het waarnemen en reproduceren van kleur in de digitale wereld, een namenregister en een trefwoordenregister. Elk afzonderlijk hoofdstuk bevat een uitgebreide lijst met aanvullend studiemateriaal en te raadplegen referentiebronnen.

ISBN 0 444 51251 9, “The Science of Color”, Steven K. Shevell, Elsevier Ltd., 2003, 339 pagina’s.


Gerelateerde artikelen