János Bolyai (1802-1860)

De Hongaarse wiskundige János Bolyai (1802-1860) wordt veelal beschouwd als een van de grondleggers van de niet-euclidische meetkunde. De grondbeginselen van de wiskunde leerde hij door de wiskundelessen van zijn vader, die van hem een groot wiskundige wilde maken. Al in 1816 vroeg zijn vader in een brief naar de wiskundige Carl Friedrich Gauss om zijn zoon te begeleiden in zijn opvoeding en opleiding.

János Bolyai sprak negen talen, waaronder ook Chinees.

Gauss reageerde echter afwijzend. János startte in 1818 een zevenjarige opleiding aan de militaire academie in Wenen en rondde deze studie in vier jaar af. Hij sprak negen talen, waaronder ook Chinees. In 1820 bestudeerde hij de postulaten van Euclides en gaf een aanzet tot de hyperbolische meetkunde. Officieel zijn er maar enkele publicaties van Bolyai bekend. Na zijn overlijden in 1860, inmiddels 160 jaar geleden, was er echter een hoeveelheid van meer dan 20.000 bladzijden met wiskundige aantekeningen. Uit een bestudering van deze aantekeningen is gebleken dat hij zijn tijd vooruit was.