Schilder Otto Dix hield van krachtige beelduitdrukking

23 februari 2017

Met de tentoonstelling “Otto Dix. Alles muss ich sehen!” en de bijbehorende catalogus toont het Zeppelin Museum tot en met 17 april 2017 bijzondere kunstwerken van de Duitse kunstschilder Otto Dix. Het Zeppelin Museum in Friedrichshafen (D) kan vanuit haar sinds het jaar 1952 opgebouwde kunstverzamelingen beschikken over 21 schilderijen, 110 tekeningen en 275 grafische werken ontworpen en gerealiseerd door Otto Dix.

Schilder Otto Dix hield van krachtige beelduitdrukking

Otto Dix. Alles muss ich sehen!

De werken komen uit alle stijl- en levensperioden van deze schilder met zijn krachtige uitdrukkingen van portretten, naakten, leef- en werksituaties, de verschrikkingen van een oorlog, heilige figuren en zijn landschappen. Otto Dix (1891-1969) hield van extremen in de relationele sfeer, in zijn opstellingen tot het leven en in zijn kunstzinnige uitdrukkingsvormen. Zijn zelfportretten stralen een zelfverzekerde houding uit. Meerdere werken van Dix hebben inmiddels een positie ingenomen in ons collectieve geheugen.

In de expositie en de catalogus krijgt de bezoeker een fascinerend overzicht van het resultaat van zijn observaties, waarnemingen en kunstzinnige getuigenissen uit het dagelijks leven. De catalogus over de verzamelingen van het museum geeft een interessante aanvullende blik op het werk van de kunstenaar. Dix beleefde de heftige verschrikkingen van de eerste wereldoorlog aan de fronten in Frankrijk, Polen, Vlaanderen en Rusland. Ook moest hij de laster als maker van “ontaarde kunst” ondergaan en werd werk van hem in beslag genomen wegens de ongewenste voorstelling.

Dix heeft verschillende studies in de kunst afgerond en nam in 1920 deel aan de DADA-expositie. In 1922 verhuisde hij naar Düsseldorf voor een vervolgstudie aan de Kunstacademie Düsseldorf. In 1925 sloot hij zijn studie aan de Academie af en vertrok naar Berlijn. In 1927 werd hij benoemd tot professor aan de Staatsacademie voor Kunsten in Dresden. In 1933 werd zijn benoeming ongedaan gemaakt door de nieuwe machthebbers. Hij vertrok naar de omgeving van de Bodensee en verbleef daarna jaarlijks een periode in Dresden.

Schilder Otto Dix hield van krachtige beelduitdrukking - 2
De postzegel Otto Dix (1891-1969) verscheen ter gelegenheid van de 125e geboortedag van deze beroemde Duitse schilder van realistische kunst.

Hij leefde tussen Oost en West, hield van bijzondere modellen voor zijn schilderijen en tekeningen en voerde veel opdrachten uit. Dix schilderde alles wat hij zag. De maatstaf van zijn werken was telkens de werkelijkheid: “Eigenlijk ben ik een realiteitsmens. Alles moet ik zien”. De kunstverzameling van de stad Friedrichshafen heeft een bewogen noodlot ondergaan. In 1944 viel de collectie in z’n geheel ten offer aan een luchtaanval van de geallieerden. In 1952 begon men weer een kunstverzameling op te bouwen door kunst te kopen.

Tot de eerste werken behoren vier werken van Otto Dix. Hoe de verzameling met het werk van Dix groeide is uitgebreid beschreven in één van de bijdragen in de catalogus. Daarna komen er kunstzinnige overzichten met de kunst uit zijn speciale aandachtsgebieden. Elk segment is voorzien van een toelichting met informaties over onder andere zijn dubbelleven aan de Bodensee en in de grote stad Dresden en zijn erotische lust voor het schilderen en tekenen van dikke en dunne, mooie en lelijke, jonge en oude vrouwen.

Het oudste werk in de collectie dateert uit 1908 en zijn jongste werk uit het jaar van overlijden 1969. De expositie toont ook voorstudies voor schilderijen, brieven en affiches. Aan de Bodensee schilderde hij bijna noodgedwongen landschappen als vrij werk en in opdracht. Het thema Portretten loopt gedurende zijn actieve leven als kunstenaar door al zijn stijlen en kunstbenaderingen. Het portretteren gebeurde altijd in opdracht. Dit unieke kunstboek over een expressionistische kunstenaar sluit af met een Dix biografie.

ISBN 978-3-7757-4272-6, “Otto Dix. Alles muss ich sehen!”, Claudia Emmert en Ina Neddermeyer, Hatje Cantz Verlag, 2016, 194 pagina’s.


Gerelateerde artikelen