Wetenschappelijke blik op werk van Marcel Duchamp

Nadat het Staatliche Museum Schwerin in 1997 de Marcel-Duchamp-Collectie van Antwerpenaar Ronny van de Velde aankocht, werd in 2009 in Schwerin ook een Duchamp-Onderzoekscentrum opgericht. Naast de wetenschappelijke studie van de eigen collectie van rond 90 kunstwerken van Duchamp, werd vanaf dat moment de nieuw verworven collectie bestudeerd.

Where Do We Go From Here?

Tevens geeft het onderzoekscentrum aan om ook een platform te bieden voor andere onderzoekers van het werk van Marcel Duchamp. In 2011 werd een serie publicaties onder de titel Poiesis geïntroduceerd. Het eerste deel verscheen met de titel van een in 2009 gehouden symposium met dezelfde titel “Where do we go from here?”

De inhoud van de bijbehorende publicatie beschrijft de resultaten uit het nationale en internationale wetenschappelijke onderzoek naar de invloeden van het werk en de ideeën van Marcel Duchamp op de kunst en de kunstgeschiedenis. In het bijzonder is de invloed van zijn creaties op de Duitse kunstwereld door zijn verblijf in 1912 in Duitsland onderzocht.

Zeker is zijn invloed op de kunstkenners en liefhebbers vast te stellen. Door bepaalde werken is er een flinke discussie op gang gekomen. Zichtbaar is tevens zijn invloed op werk van andere inmiddels internationaal doorgebroken kunstenaars. Hij droeg bij aan de filosofische benadering van de kunst en zijn experimenten worden tot op heden in de wereld van de kunst gewaardeerd. Een publicatie voor het kunstonderwijs.

ISBN 978-3-7757-3182-9, “Impuls Marcel Duchamp”, Antonia Napp en Kornelia Röder, Hatje Cantz Verlag, 2011, 224 pagina’s

Afb. In 1935 presenteerde Duchamp (1887-1968) een serie van 6 tweezijdig beschilderde schijven, de door hem zogenoemde Rotoreliefs. Met hulp van een grammofoon demonstreerde hij een eerste editie van zijn zes schijven aan het grote publiek tijdens een beurs in Parijs.