De neurowetenschap als een basis voor visuele perceptie

27 januari 2014

Het grootste deel van het leven en werk van de Tsjechische wetenschapper en neuroloog Jan Evangelista Purkinje (1787-1869) stond ten dienste van de wetenschap en het onderzoek naar de achtergronden van onze visuele waarneming.

De neurowetenschap als een basis voor visuele perceptie

Purkinje's Vision

Met zijn methode van aanpak en zijn veelzijdige gedrevenheid als medisch specialist was hij een pionier voor de ontwikkeling en de betekenis van de neurowetenschap als erkend vakgebied in de Tsjechisch-Duitse wetenschap in de 19e eeuw. Op zijn naam staan een reeks van invloedrijke ontdekkingen. De belangrijkste bijdragen aan de wetenschap lagen echter op het gebied van de visuele perceptie en de invloed ervan op de psychologische benadering van zien en waarnemen. In het boek geven de auteurs een overzicht van zijn interessante bijdragen, zijn kijk op het belang van verschillende rakende vakgebieden en laten de historische feiten herleven. Op de voorzijde van het boek is een optisch fenomeen met concentrische cirkels afgebeeld.

Naast het zichtbare bewegingseffect bevat de afbeelding bij nadere beoordeling een plaatje van Purkinje. Hij stond in de internationale wetenschap en bij zijn studenten als hoogleraar hoog aangeschreven. Zijn dissertatie “Bijdragen over het zien in subjectieve zin” (1819) werd in de Duitse taal gepubliceerd en in 1823 verscheen een uitgebreidere versie ervan. Een aantal ontdekte visuele verschijnselen dragen zijn naam, zoals de Purkinje-boom (een stelsel van kleine bloedvaten in het netvlies), de Purkinje-beelden (reflecties van het vlammetje van kaarsen door de structuur van het oog) en het bekende Purkinje-effect. Van het werk van Goethe en zijn kleurenleer was Purkinje volledig op de hoogte.

Het Purkinje-effect

De intensiteit van een kleur neemt af bij een verminderde helderheid van de ruimte of omgeving waarin de kleurvlakken of gekleurde objecten zich bevinden. In het bijna donker zullen wij de kleuren slechts herkennen in een bepaalde intensiteit van een zwart-wit verhouding. Bij een experiment met een rood en een blauw gekleurd object, zal het blauwe object duidelijk intensiever waargenomen worden als het rode object in een mager verlichte ruimte. Dit optische effect werd in 1825 ontdekt en beschreven door neuroloog Purkinje.

Zelfs Goethe was sterk onder de indruk van zijn theorie en zijn neurologische benadering over het zien en waarnemen en zijn theorie over kleur. Goethe was wel teleurgesteld dat hij in de eerste druk van de dissertatie niet werd geroemd voor zijn verhandeling over de kleurenleer (1810). Het studieboek geeft voorts de resultaten weer uit onderzoeken en zijn visie over nabeelden en het bestaan van de blinde vlek op het netvlies. Zijn neurowetenschappelijke benadering heeft een grote invloed gegeven op de ontwikkelingen in de oogheelkunde en het begrijpen van de werking van ons brein op licht- en beeldindrukken. “Purkinje’s Vision” geeft een frisse en interessante kijk op de ontwikkeling van de neurologie als basis voor het begrijpen van onze visuele perceptie.

ISBN 978-0-8058-3642-4, “Purkinje’s Vision”, Nicholas J. Wade en Josef Brožek, Lawrence Erlbaum Publishers, 2001, 159 pagina’s.