Filatelistische aandacht voor: Auguste & Louis Lumière (12)

28 juli 2023

De Tsjechische wetenschapper, fysioloog en filosoof Jan Evangelista Purkinje (1787 -1869) was tevens actief als politicus. In 2017 was er extra aandacht voor hem ter gelegenheid van zijn 230e geboortedag. Purkinje bezocht na de technische school in zijn geboortestad, het gymnasium in de stad Mähren. Tijdens zijn opleiding werd hij koorzanger, speelde viool en sloot zich na afsluiting van het gymnasium aan bij een kerkelijke orde.

Filatelistische aandacht voor: Auguste & Louis Lumière (12)

Geschiedenis van de film

Nog voor zijn officiële benoeming trad hij uit de orde en vond een nieuwe levensweg. Door zijn studie medicijnen in Praag werd zijn voorliefde voor anatomie en fysiologie sterk ontwikkeld. In 1818 promoveerde Purkinje als doctor in de Medicijnen, bekwaamde zich onder andere in de achtergronden van onze visuele waarneming en werd hij specialist in de neurowetenschap.

In 1819 verscheen zijn eerste dissertatie “Bijdragen over het zien in subjectieve zin”. Van het werk van Goethe en zijn theorie van de kleurenleer was Purkinje volledig op de hoogte. In het jaar 1823 was er in Weimar een eerste ontmoeting met de wetenschapper en dichter Johann Wolfgang von Goethe. Zijn neurowetenschappelijke benadering heeft een grote invloed gegeven op ontwikkelingen in de oogheelkunde en het begrijpen van de werking van onze hersenen op licht- en beeldindrukken.

Filatelistische aandacht voor: Auguste & Louis Lumière (12) - 2 Filatelistische aandacht voor: Auguste & Louis Lumière (12) - 3 Filatelistische aandacht voor: Auguste & Louis Lumière (12) - 4

Naar hem zijn onder andere vernoemd het Purkinje-effect, de Purkinje-beelden (reflecties van het vlammetje van kaarsen door de structuur van het oog) en de Purkinje-boom (een stelsel van kleine bloedvaten in het netvlies). Door het Purkinje-effect toont hij aan dat de intensiteit van een kleur afneemt bij de verminderde helderheid van de ruimte of omgeving waarin kleurvlakken of gekleurde objecten zich bevinden. In het bijna donker zullen wij kleuren slechts herkennen in een bepaalde intensiteit van een zwart-wit verhouding.

Bij een experiment met een rood en blauw gekleurd object, zal het blauwe object duidelijk intensiever waargenomen worden als het rode object in een zwak verlichte ruimte. Dit optische effect werd in 1825 ontdekt en beschreven door de neuroloog Purkinje. Zelfs Goethe was sterk onder de indruk van zijn theorie, zijn neurologische benadering over zien en waarnemen en zijn theorie over kleur. Goethe was wel teleurgesteld dat hij in de eerste druk van zijn dissertatie niet werd geroemd voor zijn verhandeling over de kleurenleer (in 1810 verschenen). (Wordt vervolgd).