Op Art en de geschiedenis van beeldbewegende kunst (2)

5 februari 2020

Op een kleine schaal werden er in de 50-er jaren van de vorige eeuw al initiatieven opgezet om het werk van beginnende kunstenaars te presenteren aan verzamelaars en aan het publiek. De meest bekende pioniers in de vernieuwende vorm van bewegende kunst zijn zonder twijfel Bridget Riley en Victor Vasarely.

Op Art en de geschiedenis van beeldbewegende kunst (2)

Vertigo. Op Art und eine Geschichte des Schwindels 1520 bis 1970

In de aanloop naar de expositie in NY verscheen in 1964 in het tijdschrift Time Magazine een artikel voor promotie van de baanbrekende tentoonstelling "The Responsive Eye" in 1965 in het MoMA. Op Art als kunstrichting heeft zich sinds het midden van de jaren vijftig parallel in verschillende landen ontwikkeld. Op Art breekt met traditionele kunstbeginselen in die zin dat de kunstenaars zich niet langer concentreren op de inhoud, maar zich in de eerste plaats richten op effecten van het beeld die het oog tot aan de grenzen van de mogelijkheden tarten.

De formele uitdrukkingsmiddelen omvatten vibrerende geometrische patronen, in het bijzonder de spiraal, optische kanteleffecten en vervormde of overlappende roosters. Als een belangrijk, ruimte-uitbreidend medium, is tevens gekozen voor het gebruik van licht in een grote verscheidenheid van vormen. In tegenstelling tot eerdere kunststromingen, vereist op art en bijbehorende kinetische kunst het initiatief en de participatie van de kijker.

Op Art en de geschiedenis van beeldbewegende kunst (2) - 2 Op Art en de geschiedenis van beeldbewegende kunst (2) - 3 Op Art en de geschiedenis van beeldbewegende kunst (2) - 4
Uw redacteur staat bij de ingang van de foyer van het museum op het ter plaatse gemaakte kunstwerk “Spazio Ad Attivazione Cinetica 4S”, 1968/2019, van de Italiaanse kunstenares Marina Apollonio.

Als actieve deelnemers spelen ze een belangrijke rol in het feit dat de werken altijd slechts selectief zijn samengesteld en deze benadering van de kunst al aangegeven is in het boek “Opera Aperta” van Umberto Eco uit 1962. Daarin propageerde hij het idee van het onvolledige, de beweging en het proces. Het is zeker geen toeval dat Eco een vroege theoreticus van op art werd. In het boekje bij de op-art-tentoonstelling, die in 1962 werd gehouden in het pand van Olivetti in Milaan, definieerde hij de nieuwe kunstrichting als “Arte Programmata”. (Wordt vervolgd).

ISBN 978-3-96098-607-2, “Vertigo. Op Art und eine Geschichte des Schwindels 1520 bis 1970”, Eva Badura-Triska en Markus Wörgötter, Verlag der Buchhandlung Walther König, 2019, 208 pagina’s.

Kunstmuseum Stuttgart, Kleiner Schlossplatz 1, D-70173 Stuttgart, www.kunstmuseum-stuttgart.de.