Technieken en praktijk voor producties van alle 3D films

22 juni 2018

Voor elke professionele gebruiker, technicus, amateurfilmer, geïnteresseerden, student en docent in relatie tot het bedenken, opnemen, bewerken en projecteren van 3D films, video’s en foto’s is een praktische informatiebron in de vorm van het studie- en referentieboek “3D Filmmaking” beschikbaar is gekomen. Het boek bevat een allesomvattend overzicht van de theorie, de vaktaal en vaktechnische benaderingen en alle achtergronden en methoden achter alle vormen van stereoscopische 3D filmproducties.

Technieken en praktijk voor producties van alle 3D films

3D Filmmaking: Techniques and Best Practices for Stereoscopic Filmmakers

Succesvol 3D filmproducente Celine Tricart onderzoekt en bespreekt nagenoeg elk facet uit het vakgebied en de gebruikelijke valkuilen bij het produceren van 3dimensionale stereoscopische filmopnamen. De commerciële filmindustrie startte aan het einde van de 19e eeuw met de activiteiten en ging daarna voortdurend op zoek naar vernieuwende uitdagingen, zoals de kleurenfilm, experimentele films in 3D-beelden, grotere geluidsinstallaties, meer filmformaten voor projecties en het toevoegen van leuke middelen in de vorm van trillende stoelen en waterdruppeltjes. Inmiddels is de filmindustrie volledig uitgegroeid tot een multimediaal medium in kleur, geluid, beweging, digitale structuur en in 3D stereoscopische filmproducties.

De herbeleving van de komst van films in 3D voor de consumentenmarkt vond zo’n 10 jaar geleden plaats met onder andere de 3D-film Avatar met spectaculaire bezoekersaantallen. De 3D-film is nog steeds in, maar het nieuwtje van toen is nu normaal. Op de markt voor techniek, onderzoek en educatie worden regelmatig 3D-films gemaakt. Bekend is het gebruik van 3D-opnamen in de ruimtevaartindustrie, VR en bij de driedimensionale meettechnieken. Om waardering voor 3D-projecties te verkrijgen zijn technisch perfecte beelden en betrouwbare apparatuur een eerste vereiste voor de producent. Uiterst belangrijk is ook het artistieke verhaal bij de beelden.

Het studieboek met de zeer praktische opzet bespreekt alle onderdelen om perfecte resultaten met 3D apparatuur te realiseren. Daartoe bevat het boek acht hoofdstukken, verdeeld in de twee secties “Theoretische en praktische grondbeginselen” en “Het maken van een 3D-film”. De auteur geeft ook een boeiende beschrijving over de historie van de 3D cinema, de achtergronden van het stereoscopisch zien en de praktijk en verschillende samenvattingen over het realiseren van toonbare 3D filmverhalen. In haar inleiding geeft de auteur aan dat de lezers met haar boek “3D Filmmaking” in feite beschikken over twee op elkaar aan-sluitende publicaties met de 3D-theorie en 3D-praktijk voor succesvolle resultaten.

Technieken en praktijk voor producties van alle 3D films - 2 Technieken en praktijk voor producties van alle 3D films - 3 Technieken en praktijk voor producties van alle 3D films - 4
Door het aanhoudende succes van 3D-bioscoopfilms bracht de Hongaarse Post in 2012 deze postzegel uit en voorbeelden van affiches uit een voor 3D-films aantrekkelijke periode.

Het eerste hoofdstuk van dit aantrekkelijke informatieve boek gaat over het zien van diepte, perspectief en het stereoscopisch waarnemen. Het bestuderen van de fysiologische eigenschap van het 3D zien door de mens is een eerste vereiste om te kunnen werken aan opnamen voor de productie van een 3D-film. Ondanks dat het mechanisme en proces van ons brein om driedimensionale beelden waar te nemen, te herkennen en te verwerken zelfs in de huidige stand van de wetenschap vandaag nog onoplosbare verschijnselen laten zien is er voldoende kennis beschikbaar over de principes van de zogenoemde binoculaire waarneming, als de basis voor stereoscopische driedimensionale waarnemingen.

Het binoculair kunnen zien alleen is niet genoeg voor het garanderen van stereoscopisch zien. In werkelijkheid is het nodig te voldoen aan een aantal voorwaarden. Het boek geeft daar voorbeelden van en de auteur gebruikt een veelheid aan figuren, afbeeldingen en foto’s, ook in 3D-anaglyfentechniek. Zelfs het stereogram, een ontdekking van Béla Julesz, is uitgelegd. In het tweede hoofdstuk bespreekt de auteur het ontstaan van 3D cinema met als ultime basis het getekend stereobeeld uit 1838 door Sir Charles Wheatstone. Door verdere ontwikkelingen door onder andere de Franse opticien Jules Duboscq, de Schotse uitvinder Sir David Brewster en wat later door Oliver Wendell Holmes en de handstereoscoop, werd stereoscopie een nieuwe 3D-fotografietechniek. De auteur onderscheidt in haar beschrijving vijf op elkaar volgende perioden van stevige en herkenbare mijlpalen in de 3D-cinema.

Daarna volgen besprekingen van onderwerpen als stereoscopische beeldtechnieken en 3D-opnamesystemen, het kijken naar 3D-afdrukken, 3D-projecties en andere 3D-beeldtechnieken. De tweede sectie start met uitdagende informatie over achtergronden over het idee, de opzet, de inhoud en het regisseren van 3D-films. Het laatste praktische hoofdstuk gaat over de elementen die samenkomen voor een productie van een 3D-film. Elk hoofdstuk bevat de resultaten van vele persoonlijke interviews van de auteur met experts uit het vakgebied. Er zijn ook compacte bijdragen over specifieke onderwerpen vanuit de ervaringen van technici, ingenieurs, producenten. In het afsluitende hoofdstuk acht geeft de auteur een samenvatting van de belangrijkste aandachtspunten voor het realiseren van een succesvolle 3D-film. Het boek voor elke 3D-filmproducent en 3D-belangstellende bevat biografiën van geïnterviewden, een literatuuroverzicht, een trefwoordenregister en bespreekt de toekomst van 3D.

ISBN 978-1-138-84789-7, “3D Filmmaking: Techniques and Best Practices for Stereoscopic Filmmakers”, Celine Tricart, Routledge Publishers, 2017, 225 pagina’s, 3D-bril.


Gerelateerde artikelen