Van een onschatbare waarde voor liefhebbers van illusies (37b)

Aan de hand van historische gebeurtenissen, feiten, vertellingen en veronderstellingen wordt de geschiedenis van het moment waarop de mens de kracht van vuur ging beheersen gedetailleerd beschreven. Volgens een Griekse sage stal Prometheus het vuur van de zonnegod Helios, toen hij in zijn vuurwagen langs het hemelgewelf reed.

De gloeilamp al meer dan 100 jaar oud

Hoe zich het vuur en daaruit voortvloeiende licht zich verder versneld konden ontwikkelen, is boeiend en vertellend beschreven in het eerste artikel. Van vetlampje tot olielamp, het gebruik van kaarsen en de komst van petroleum voor gebruik in staande en hangende petroleumlampen, geven de lezers een beeld van de snelle ontwikkeling en vraag naar licht en verlichting om het dagelijks leven en werk aanzienlijk te veraangenamen.

Een afbeelding van een van de eerste geconstrueerde Edisonlampen met een gloeidraad van verkoolde katoen. Dit type lamp brandde 45 uur. Op 21 oktober 1879 brandde de Edisonlamp en op 27 januari 1880 ontvang hij zijn patent.

Parallel was er in die periode veel belangstelling voor het gebruik van gaslicht en gasgloeilicht. Jan Pieter Minckelers wordt beschouwd als de uitvinder van gaslicht. Omstreeks 1825 werd de eerste openbare straatverlichting met gaslicht aangelegd.

Daarbij speelde het door Carl Auer von Welsbach uitgevonden gasgloeikousje een hoofdrol. Diverse kleine en grotere firma’s werden opgericht en de markt voor licht en verlichting groeide enorm, mede door een sterke parallel verlopen ontwikkeling van de elektrotechnische industrie, waarin meerdere Duitse bedrijven toonaangevend waren. De elektrische gloeilamp is al vrij snel de belangrijkste bron van licht. (Wordt vervolgd).